Cyriel Ruers en Paul Breithaupt staan International Air Transport Association (“IATA”) – de mondiale brancheorganisatie voor de commerciële luchtvaart die ruim 300 luchtvaartmaatschappijen vertegenwoordigt – bij als gevoegde partij aan de zijde van een luchtvaartmaatschappij in een civiele procedure bij het gerechtshof Amsterdam over passagiersrechten. De procedure betreft een fundamenteel geschil over de uitleg van de refund-verplichting uit Verordening 261/2004.
De aanleiding voor de procedure is het faillissement van reisbureau D-reizen. Bij een geannuleerde vlucht betaalt de luchtvaartmaatschappij volgens het mondiaal gebruikte Billing and Settlement Plan (“BSP”) van IATA de ticketprijs terug aan degene die de tickets heeft geboekt. In veel gevallen betreft dit een reisbureau zoals D-reizen. Bij het faillissement van D-reizen bleek dat grote aantallen tickets allang waren terugbetaald door de luchtvaartmaatschappij aan D-reizen, maar laatstgenoemde heeft nagelaten deze ticketprijs door te betalen aan de passagiers. In de huidige procedure probeert een passagier de luchtvaartmaatschappij te dwingen de ticketprijs opnieuw rechtstreeks aan de passagier uit te betalen. De luchtvaartmaatschappij en IATA stellen zich op het standpunt dat een dergelijk dubbele terugbetalingsverplichting niet uit Verordening 261/2004 volgt, waardoor de ticketprijs bevrijdend aan D-reizen betaald kon worden.
Volg Maverick Advocaten op LinkedIn
