De Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (“Wet Vifo”) is op 1 juni 2023 in werking getreden. Deze wet geeft de bevoegdheid aan de Minister van Economische Zaken om M&A-transacties (zowel volledige overnames als minderheidsinvesteringen) vooraf te toetsen op mogelijke risico’s voor de nationale veiligheid en zo nodig te blokkeren.
De Wet Vifo kent een aantal definities en open normen die in de praktijk regelmatig vragen oproepen. Eén daarvan is het begrip ‘beheerder van een bedrijfscampus’. Hierover is recent nieuwe guidance verschenen die meer duidelijkheid biedt over de bedrijfscampussen in Nederland die mogelijk in scope zijn.
Beheerder van een bedrijfscampus
De Wet Vifo raakt investeringen in of overnames van in Nederland gevestigde ondernemingen die kwalificeren als (i) vitale aanbieders, (ii) ondernemingen die actief zijn op het gebied van (zeer) sensitieve technologie of (iii) beheerders van bepaalde bedrijfscampussen. Voor een toelichting op de eerste twee categorieën verwijzen wij naar deze blog.
Wat precies bedoeld wordt met een ‘beheerder van een bedrijfscampus’ was tot voor kort onduidelijk, mede doordat de term ‘bedrijfscampus’ ontbreekt in de Memorie van Toelichting. Dat komt doordat deze categorie op het laatste moment – op verzoek van de Tweede Kamer – aan de Wet Vifo is toegevoegd naar aanleiding van de investering in de High Tech Campus Eindhoven door een staatsbedrijf uit Singapore. Het was dus in ieder geval duidelijk dat de wetgever deze specifieke campus in gedachten had. Het was evenwel niet duidelijk welke andere campussen in Nederland in aanmerking kwamen om binnen het toepassingsbereik van de Wet Vifo te vallen.
In mei 2024 bracht het Ministerie van Economische Zaken (“Ministerie”) de ‘Inventarisatie Campussen 2023’ uit. In dit rapport brengt het Ministerie de ontwikkelingen van diverse campussen in Nederland in kaart. In het bijzonder richt de inventarisatie zich op de rol van campussen in Nederlandse onderzoeks- en innovatie-ecosystemen. Dit rapport kan het BTI betrekken bij het uitvoeren van de Wet Vifo. Daarnaast publiceerde de Minister van Economische Zaken recent een beleidsregel waarmee het nadere invulling geeft aan het wettelijke begrip ‘beheerder van een bedrijfscampus’. In deze blog bespreken wij het rapport en de beleidsregel.
Inventarisatie van campussen door het Ministerie
In het rapport zijn 30 campussen geïnventariseerd. De campussen zijn in te delen in drie groepen: “volwassen”, “groeicampussen” en “ontwikkelende campussen”. Deze onderverdeling gebeurt op basis van vier criteria:
- Mate van focus op R&D en/of technologie-gedreven activiteiten: hierbij wordt getoetst op de aanwezigheid van innovatieve bedrijven op de campus.
- Fysieke hoogwaardige vestigingsmogelijkheden en onderzoeksfaciliteiten: in aanmerking wordt genomen de aanwezigheid van veelal unieke onderzoeksfaciliteiten, zoals cleanroomfaciliteiten.
- Aanwezigheid van substantiële manifeste kennisdragers: hierbij wordt getoetst op de aanwezigheid van een hoofdvestiging van een R&D-bedrijf of een hoog aantal medewerkers.
- Actieve open innovatie: Een goed functionerend ecosysteem met een community en netwerk van bedrijven, kennisinstellingen en andere relevante spelers met een organisatie die zich actief bezighoudt met samenwerkingsrelaties binnen en buiten de campus, kennisvalorisatie, kennistransfer, netwerkvorming en business development.
Volgens het onderzoek kent Nederland 14 volwassen campussen. Dit betreft onder andere Amsterdam Science Park, Kennispark Twente, NL Space Campus, TU Delft Campus en Brightlands Chemelot Campus. Voorbeelden van een groeicampus zijn het High Tech Systems Park in Hengelo en de Automotive Campus in Helmond. De Energy & Health Campus Europe in Petten en de Spoorzone Tilburg zijn voorbeelden van ontwikkelende campussen.
Beleidsregel van de Minister
Met de recent gepubliceerde beleidsregel probeert de Minister duidelijkheid te verschaffen over wat onder ‘beheerder van een bedrijfscampus’ moet worden verstaan. Dit naar aanleiding van rechtsonzekerheid bij de uitleg van het begrip in het kader van het toezicht door het BTI.
Volgens de beleidsregel kan van ‘beheerder van een bedrijfscampus’ in de zin van de Wet Vifo worden gesproken wanneer wordt voldaan aan de volgende drie cumulatieve vereisten:
- de beheerder heeft invloed op de veiligheid van de bedrijfscampus gelet op haar verantwoordelijkheid voor het aansturen van een of meer activiteiten die potentieel gevoelig zijn voor die veiligheid;
- op de bedrijfscampus waarvoor zij die verantwoordelijkheid draagt, zijn ten minste één of meer ondernemingen actief op het gebied van sensitieve technologie; en
- op de bedrijfscampus is sprake van publiek-private samenwerking m.b.t. technologieën en toepassingen die van economisch en strategisch belang zijn voor Nederland.
Om te beoordelen of een beheer invloed heeft op de veiligheid van een bedrijfscampus (punt i.), heeft de Minister een score-overzicht en risicomatrix opgesteld. Aan de hand van vier dimensies (generieke faciliteiten, specifieke faciliteiten, toelating ecosysteem en programmering ecosysteem) kan worden bepaald of de risicogevoeligheid zodanig groot is dat sprake is van ‘beheer’.
Een “volwassen” campus zoals gekwalificeerd in het rapport komt eerder in aanmerking om binnen het toepassingsbereik van de Wet Vifo te vallen dan bijvoorbeeld een “ontwikkelende campus”. Bij een volwassen campus zal er namelijk eerder sprake zijn van een economisch en strategisch belang voor Nederland gezien de omvang en de aanwezigheid van unieke onderzoeksfaciliteiten. Het is echter niet uitgesloten dat ook de beheerder van een “groeicampus” of “ontwikkelende campus” binnen de reikwijdte van de Wet Vifo valt.
Kortom, de beleidsregel in combinatie met de inventarisatie geeft een aantal aanknopingspunten om te beoordelen of een beheerder van een bedrijfscampus binnen de reikwijdte van de Wet Vifo valt.
Meer weten over de Wet Vifo en andere FDI-gerelateerde vragen? Lees deze, deze blog en deze blog of raadpleeg ons informatieportaal wetvifo.nl
Volg Maverick Advocaten op LinkedIn