Martijn van de Hel heeft met succes een huurbemiddelaar bijgestaan in een kort geding tegen de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Aanleiding was de last onder dwangsom die ACM aan de huurbemiddelaar had opgelegd vanwege het in rekening brengen van vermeende verboden bemiddelingskosten aan huurders.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat ACM in strijd met het verbod op willekeur handelt door alleen deze huurbemiddelaar aan te spreken terwijl er veel andere bemiddelaars in de regio zijn die ook kosten van huurders vragen. Deze selectieve wijze van handhaving leidt tot concurrentievervalsing. Volgens de voorzieningenrechter had ACM ten minste tegelijk actie moeten ondernemen tegen een substantieel aantal concurrenten.
Daarnaast erkent de voorzieningenrechter dat de wet ruimte laat voor huurbemiddelaars om kosten - die niet zien op de bemiddeling zelf - in rekening te brengen bij huurders. Hierbij kan worden gedacht aan kosten voor hulp bij de aanvraag van huursubsidie of bij het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen.
Het gevolg is dat de huurbemiddelaar voorlopig niet aan de last onder dwangsom hoeft te voldoen en dat ACM de naam van de huurbemiddelaar niet mag publiceren.
Zie hier om de uitspraak van de voorzieningenrechter te lezen. Een artikel van nu.nl over de zaak is hier te lezen.
ACM heeft besloten af te zien van hoger beroep.
