Martijn van de Hel en Paul Breithaupt hebben een telemarketingbedrijf (“cliënt”) succesvol bijgestaan in een kort geding tegen de Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) bij de rechtbank Rotterdam. Cliënt verzet zich in deze procedure tegen een bedrijfsinval van de ACM. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van het telemarketingbedrijf toegewezen. De bedrijfsinval van de ACM was onrechtmatig en de tijdens de inval verzamelde gegevens moeten worden uitgesloten van bewijs. De ACM mag het boetebesluit en bijbehorende berichtgeving niet publiceren.
In november 2021 heeft de ACM een bedrijfsinval afgelegd bij cliënt. Als gevolg daarvan heeft de ACM een boete opgelegd voor vermeende overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming (“Whc”) en besloten deze boete te publiceren op haar website. Cliënt is van oordeel dat het bedrijfsbezoek onrechtmatig is.
In het doelomschrijving van het onderzoek van de ACM werd namelijk verwezen naar een ander telemarketingbedrijf. Dit telemarketingbedrijf was al enige tijd niet gevestigd op de adressen van de bedrijfsinval. Cliënt heeft dit ten tijde van de bedrijfsinval direct kenbaar gemaakt. Desondanks heeft de ACM haar bedrijfsinval voortgezet. Pas vier maanden later heeft de ACM de doelomschrijving van haar onderzoek uitgebreid. Cliënt is van oordeel dat de ACM daarmee een inval heeft gedaan bij een bedrijf waartegen geen verdenking bestond. Dit is in strijd met het grondrecht op respect voor het privéleven (artikel 8 EVRM en artikel 7 Handvest).
De voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam volgt dit oordeel van cliënt. Volgens de rechter heeft de ACM onderzoek verricht naar “rechts- en natuurlijke personen die buiten de kring van de (groep van) ondernemingen [vielen] waar het onderzoek zich blijkens de aan verzoekers overhandigde doelomschrijving op richtte”. De rechter acht dit in strijd met artikel 8 EVRM en artikel 7 Handvest. Bovendien kon de ACM haar gebrekkige doelomschrijving niet achteraf repareren door het onderzoek alsnog uit te breiden. Deze uitbreiding bevestigt volgens de rechter juist het beeld dat de doelomschrijving ontoereikend was. De gegevens die tijdens de bedrijfsbezoeken zijn verzameld moeten dan ook worden uitgesloten als bewijs, zo oordeelt de rechter. Het boetebesluit en de bijbehorende berichtgeving mag niet gepubliceerd worden door de ACM.
De uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam is hier te vinden. Naar aanleiding van de uitspraak heeft de ACM het boetebesluit inmiddels ingetrokken.
Voor meer informatie over een bedrijfsinval van de ACM of de Europese Commissie zie: www.invalacm.nl
Volg Maverick Advocaten op LinkedIn