Cyriel Ruers en Mats Reijman staan een internationale producent van premium diervoeding bij in een onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) naar een vermeende overtreding van de Algemene Levensmiddelen Verordening (beter bekend onder de Engelse afkorting ‘GFL’, General Food Law). Volgens de NVWA heeft de exploitant van het diervoederbedrijf niet alle noodzakelijke maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat het betrokken diervoeder aan de toepasselijke voederveiligheidsvoorschriften voldeed. Bijgevolg heeft de NVWA de diervoederproducent gelast zijn diervoederproducten uit de handel te nemen (een zogenaamde ‘recall’) en zijn bestaande diervoeders te vernietigen. Producenten hebben echter vaak goede gronden om aan te voeren waarom een recall en vernietiging niet gerechtvaardigd is.
In de GFL zijn de algemene beginselen en voorschriften voor de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders vastgelegd. Uit de GFL volgt dat exploitanten van levensmiddelen- en diervoederbedrijven de primaire wettelijke verantwoordelijkheid hebben om te waarborgen dat hun producten in alle stadia van het proces (productie, verwerking en distributie) aan de toepasselijke voorschriften voldoen. Als een bedrijf van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat zijn levensmiddelen of diervoeders onveilig zijn, mogen deze niet in de handel worden gebracht. De NVWA is verantwoordelijk voor het toezicht op de voedselveiligheid en kan bij overtredingen handhavend optreden. Zie voor meer informatie over voedselveiligheid onze recente blog.
Volg Maverick Advocaten op LinkedIn