Diederik Schrijvershof en Leah Peeters procedeerden met succes namens twee ggz-aanbieders tegen het Wlz-inkoopbeleid 2024 van een groot zorgkantoor. Het zorgkantoor zag zich genoodzaakt haar Wlz-inkoopbeleid 2024 naar aanleiding van het kort geding aan te passen. Dat was voor de twee ggz-aanbieders reden het kort geding in te trekken.
Deze zaak volgde op het succesvolle kort geding eerder dit jaar van zeven zorgaanbieders Emergis, Parnassia Groep, GGZ WNB, GGzE, GGz Breburg, GGZ Oost Brabant en Mondriaan tegen de Wlz-inkoopplannen van CZ zorgkantoor ten aanzien van de geestelijke gezondheidszorg. CZ zorgkantoor weigerde expliciet gehoor te geven aan hun gemotiveerde bezwaren. Tegelijk was sprake van een door CZ zorgkantoor opgetuigde procedure waarbij de gang naar de rechter voor de zorgaanbieders de enige optie was.
CZ zorgkantoor was voornemens om cliënten met een Wlz-indicatie die beschermd wonen bij een ggz-aanbieder komende jaren alleen nog integraal te bekostigen (zowel woonzorg, ggz-behandeling als de algemene medische zorg wordt dan bekostigd binnen de Wlz). Hiervoor was modulaire bekostiging mogelijk (waarbij woonzorg onder de Wlz en de ggz-behandeling en de algemene medische zorg onder de Zvw valt). De abrupte overstap zou voor aanbieders van beschermd wonen betekenen dat zij, ter bescherming van de keuzevrijheid van cliënten voor een behandelaar, op korte termijn met tal van eerstelijnsaanbieders onderaannemerscontracten moesten sluiten. Dit met hoge administratieve lasten tot gevolg. Daarnaast voerde CZ per 1 januari 2024 een korting van 20% op de op de NHC/NIC-component van de zorgprofielen Wonen 1 en 2 door. Dat zou leiden tot niet reële en niet-kostendekkende tarieven.
De voorzieningenrechter van rechtbank Den Haag heeft de ggz-organisaties in het gelijk gesteld. De voorzieningenrechter zet een streep door de voorgenomen integrale bekostiging en de voorgenomen korting op het tarief. Wat betreft de overstap op integrale bekostiging meent de voorzieningenrechter dat CZ buiten de grenzen van de haar toekomende beleidsvrijheid treedt. De ggz-aanbieders zijn daarom tot 1 januari 2025 vrij om te kiezen voor een modulair bekostigingsmodel. De rechter acht daarnaast de korting buitenproportioneel en acht het onvoldoende aannemelijk dat de korting een effectieve bijdrage zal leveren aan het stimuleren van de inzet van zorg, begeleiding en ondersteuning in de thuisomgeving. CZ is niet in beroep gegaan tegen het vonnis.
Maverick Advocaten staat zorgaanbieders dagelijks bij om te komen tot kostendekkende tarieven in de zorg of om op te komen tegen ontoereikende (omzet)plafonds. Zo procedeert Maverick Advocaten voor aanbieders van forensische geestelijke gezondheidszorg tegen de NZa Tariefbeschikking geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg 2023. Daarnaast procedeert Maverick Advocaten namens stichting De Bevlogen Huisartsen en 129 individuele huisartsen tegen de NZa Tariefbeschikking huisartsenzorg 2023. Eerder boekte Maverick Advocaten successen in (kort geding) procedures voor zorgaanbieders bij de inkoop van onder andere huisartsgeneeskundige zorg, acute ggz (hier en hier), forensische zorg, jeugdzorg, SGLVG-zorg, Wlz zorg (ook in hoger beroep), Wmo-zorg (zie ook hier). Ook komt Maverick Advocaten op tegen uitwassen van inkoopmacht van zorgverzekeraars, zie ook hier.
Voor meer informatie over de (handhaving van) de zorg(inkoop)plicht zie deze blog, deze blog en dit interview in Zorgvisie. Voor meer informatie over de rechten van zorgaanbieders bij de zorgverkoop en de mogelijkheden voor hun brancheverenigingen om hen daarbij te ondersteunen zie www.zorgcontractering.com.
Volg Maverick Advocaten op LinkedIn