Opzegging distributie­overeenkomst vanwege prijsdumping in strijd met kartelverbod

De voorzieningenrechter in Amsterdam heeft in een geschil tussen een fietsenfabrikant en een fietsendealer opnieuw geoordeeld dat een opzegging van een distributieovereenkomst wegens verticale prijsbinding is verboden. Interessant is dat de voorzieningenrechter tevens heeft opgemerkt dat een assemblageplicht en fysieke leveringsverplichting weliswaar een beperking van de actieve of passieve verkoop vormt maar dat dit bij selectieve distributie kan zijn toegestaan indien dit vanuit kwaliteitsoogpunt of merkimago is gerechtvaardigd.

Aanleiding was de opzegging van een dealerovereenkomst door fietsenfabrikant Trek omdat door een Nederlandse dealer in strijd met de algemene voorwaarden zou zijn gehandeld. Volgens deze voorwaarden moet een dealer een fiets geassembleerd en fysiek aan een klant leveren ook als de fiets via internet wordt verkocht. Trek had van een Finse fietsendealer een klacht ontvangen dat de Nederlandse dealer een fiets in ongeassembleerde staat had afgeleverd. De klant had de fiets zelf opgebouwd waarna er problemen met de remmen waren ontstaan waarmee de klant naar de Finse fietsendealer was gestapt. Ook had Trek geconstateerd dat de Nederlandse dealer aan prijsdumping had gedaan door hoge kortingen op de adviesprijs te verlenen. Trek had daarom de dealerovereenkomst beëindigd. De Nederlandse dealer is hiertegen een kort geding gestart onder meer met een beroep op het kartelverbod (artikel 6 Mw en artikel 101 VWEU).

De voorzieningenrechter komt na een uitzetting over het mededingingsrecht en selectieve distributie tot het oordeel dat de druk die Trek uitoefent op dealers om een bepaald prijsniveau te handhaven is verboden. Het verweer van Trek dat prijsbinding een rechtvaardiging kan zijn om een bepaald serviceniveau en daarmee een bepaald merkimago te handhaven is op zich voorstelbaar maar Trek heeft onvoldoende toegelicht waarom dat in dit specifieke geval nodig zou zijn. Als Trek haar dealers aan de adviesprijzen wil houden dan is dit een hardcore beperking in de zin van de Groepsvrijstelling Verticalen die dergelijke afspraken nietig maakt. Trek heeft niet gesteld of aangetoond dat aan de uitzonderingsvoorwaarden van artikel 6 lid 3 Mw is voldaan.

De door Trek genoemde redenen voor de eis dat dealers de fietsen persoonlijk, in een fysieke winkel en geassembleerd aan een klant dienen te overhandigen kunnen volgens de voorzieningenrechter passen in een stelsel van selectieve distributie dat wordt gerechtvaardigd door de door Trek gewenste kwaliteitseisen. Ook het Hof van Justitie heeft in Copad/Dior het ontbreken van dergelijke vereisten van presentatie en verkoopservice als mogelijke afbreuk aan de kwaliteit aangemerkt.De eis dat de fiets geassembleerd en fysiek aan de klant moet worden overhandigd vormt volgens de voorzieningenrechter weliswaar een beperking van de actieve of passieve verkoop van Trek-fietsen maar dit wordt gerechtvaardigd door het segment dat Trek belevert en het luxe merkimago dat Trek beoogt te handhaven. De duurste Trek-fietsen zijn van lichtgewicht en teer materiaal gemaakt en de nieuwste technologie van Trek vraagt om een nauwkeurige montage en afstelling. Het is aannemelijk dat een bodemrechter deze beperking zal toestaan. De voorzieningenrechter trekt hierbij een parallel met het Coty-arrest van het Hof van Justitie. Toch komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat Trek de dealerovereenkomst moet nakomen omdat de verticale prijsbinding in elk geval in strijd is met het mededingingsrecht.

Deze blog is ook verschenen in de rubriek Snelrecht van het vakblad Mr. Het artikel is hier te lezen.

Voor alle informatie over een bedrijfsbezoek van ACM en de Europese Commissie zie invalacm.nl

Volg Maverick Advocaten op Twitter en LinkedIn

Contact

Martijn van de Hel

T +31 20 238 20 02
M +31 6 21 210 853

Diederik Schrijvershof

T +31 20 238 20 03
M +31 6 81 364 318