Verordening 2023/1115 wordt ook wel de Ontbossingsverordening of de European Union Deforestation Regulation (“EUDR”) genoemd. Het voornaamste doel van de EUDR is de impact van Europese bedrijven op ontbossing en bosdegradatie – waar ook ter wereld – te verkleinen. De EUDR brengt ingrijpende verplichtingen mee voor bedrijven die producten produceren of verhandelen waarin producten zijn verwerkt afkomstig uit bossen. Voor niet-naleving van deze verplichtingen kunnen stevige sancties worden opgelegd.
Oorspronkelijk zou de EUDR op 30 december 2024 in werking treden. Dit is echter een jaar uitgesteld aangezien veel bedrijven extra tijd nodig hebben voor de voorbereiding op de daadwerkelijke invoering. Ook was er eind 2024 nog onduidelijkheid over de precieze uitvoering van de regels. In november 2024 heeft de Commissie daarom richtsnoeren gepubliceerd voor de implementatie van de EUDR. Niettemin is het voor bedrijven die door de EUDR worden geraakt, van belang om nu al goed op de hoogte te zijn van hun verplichtingen op grond van de EUDR, zodat zij tijdig hun procedures en systemen kunnen aanpassen. In deze blog bespreken wij de belangrijkste aspecten van en verplichtingen op grond van de EUDR.
- Wat valt er onder de EUDR?
De EUDR verbiedt het in de EU op de markt brengen van producten die verband houden met ontbossing en bosdegradatie. Met ontbossing wordt bedoeld dat er bomen of bossen worden gekapt voor de landbouw of veeteelt. Bosdegradatie betekent dat mensen oerbossen of wilde bossen omzetten naar aangeplante bossen of landbouwgrond. Hierdoor hebben de regels effect op een groot aantal producten, zoals palmolie, rundvee en rundveeproducten, hout, cacao, soja, koffie(bonen) en rubber. Ook producten die van deze grondstoffen zijn gemaakt, worden verboden, zoals leer, chocola, papier, karton, meubels en autobanden. Een volledig overzicht van de producten die onder de EUDR vallen vindt u in Bijlage I van de verordening.
De EUDR geldt niet alleen voor de producenten en verwerkers van deze producten, maar ook voor bedrijven die de producten en/of grondstoffen die onder de EUDR vallen, importeren, exporteren of erin handelen. Vanaf 30 december 2025 gelden de regels echter alleen nog maar voor grotere bedrijven, Voor micro- of kleine ondernemingen gaan de regels pas op 30 juni 2026 in.
- Verplichtingen voor bedrijven verschillen afhankelijk van hun omvang
De belangrijkste verplichting voor bedrijven op grond van de EUDR is dat zij moeten kunnen aantonen dat de producten, ontbossings- en degradatievrij zijn. Hoe bedrijven dit moeten doen is afhankelijk van de vraag of zij kwalificeren als marktdeelnemer of handelaar. Markdeelnemers zijn (natuurlijke of rechts)personen die producten voor het eerst in de Unie op de markt brengen of uitvoeren (uit de Unie). Handelaren zijn andere personen in de toeleveringsketen, die de relevante producten binnen de Unie verstrekken met het oog op de distributie, verbruik of gebruik op de markt van de Unie.
Ook maakt de EUDR een onderscheid tussen enerzijds grote ondernemingen en anderzijds kleine en middelgrote ondernemingen (“kmo-marktdeelnemers” en “kmo-handelaren”).
Marktdeelnemers en grote handelaren moeten in principe een volledig due diligence systeem opzetten.Kmo-handelaren hoeven dit niet te doen. Zij kunnen verwijzen naar de zorgvuldigheidsverklaringen van hun leveranciers. Kmo-marktdeelnemers hoeven dit evenmin te doen voor zover de producten die zij op de markt brengen vervaardigd zijn uit producten waarvoor reeds door een ander bedrijf een due diligence onderzoek is uitgevoerd. Ten aanzien van de delen van het product die nog niet op zorgvuldigheid zijn onderzocht, moeten kmo-marktdeelnemers echter wel nog een due diligence onderzoek uitvoeren.
- Opzetten en uitvoeren van een due diligence systeem (marktdeelnemers en grote handelaren)
Met het due diligence systeem (“DDS”) moeten marktdeelnemers en grote handelaren kunnen aantonen dat de herkomst van de producten legaal en traceerbaar is. Het DDS moet uit drie stappen bestaan. In de eerste stap van het DDS moeten de bedrijven informatie verzamelen over de herkomst van de producten. Daarbij moet in ieder geval de volgende informatie worden verzameld:
- beschrijving van de grondstof of product, met de handelsnaam en het type;
- de hoeveelheid van de relevante producten, uitgedrukt in kilogram netto massa;
- land van productie;
- geolocatie van alle percelen waar relevante grondstoffen zijn geproduceerd, inclusief de productiedatum of productieperiode;
- naam, postadres en e-mailadres van de bedrijven die het product hebben geleverd;
- naam, postadres en e-mailadres van de bedrijven of personen aan wie de marktdeelnemer/grote handelaar de relevante producten heeft geleverd;
- informatie waaruit blijkt dat de producten ontbossingsvrij zijn;
- informatie waaruit blijkt dat de producten zijn geproduceerd in overeenstemming met de wetgeving van het land van productie, inclusief bewijs dat het betrokken gebied gebruikt mag worden voor de productie van de relevante grondstof.
In de tweede stap van het DDS dienen bedrijven op basis van de hiervoor genoemde informatie risicoanalyses uit te voeren. Met deze risicoanalyses moet worden beoordeeld of er een risico is dat er ontbost is voor de productie van de relevante grondstof. Daarbij moet onder andere worden gekeken of er bossen aanwezig zijn in het land van de productie en of daar ontbossing of bosdegradatie in algemene zin voorkomt. Ook moet rekening worden gehouden met de mate van betrouwbaarheid van de informatie die door de leveranciers verstrekt is (bijvoorbeeld gelet op corruptie of een gebrek aan wetshandhaving). Daarnaast moet rekening worden gehouden met bevindingen van de EU over het risico op ontbossing in bepaalde gebieden, die nog in een EU-systeem zullen worden gepubliceerd. Andere aspecten waar rekening mee moet worden gehouden zijn te vinden in artikel 10 van de EUDR.
Indien in de tweede stap is gebleken dat er een risico bestaat dat de producten mogelijk (deels) afkomstig zijn van ontboste gronden, dan dienen in de derde stap van het DDS maatregelen te worden genomen om ervoor te zorgen dat dit risico verwaarloosbaar is. Dat kan bijvoorbeeld door aanvullende informatie te vragen van de leveranciers. Ook kan dit door extra controles ter plaatse uit te voeren.
Bedrijven dienen hun DDS systeem jaarlijks te evalueren en indien nodig, te verbeteren. Grote marktdeelnemers en grote handelaren dienen bovendien jaarlijks een verslag uit te brengen over de uitvoering van het DDS. Dit verslag dient o.a. op internet te worden gepubliceerd.
- De zorgvuldigheidsverklaring (marktdeelnemers en grote handelaren)
Indien uit het DDS blijkt dat een product aan de zorgvuldigheidsvereisten voldoet, dient het bedrijf een zorgvuldigheidsverklaring te maken. Deze dient te worden geüpload in het Trade Control and Expert System (“TRACES”) van de EU. Door het indienen van de zorgvuldigheidsverklaring geeft het bedrijf aan dat het product aan alle EUDR-vereisten voldoet. Alleen na indiening van de zorgvuldigheidsverklaring mag het product op de markt worden gebracht.
- Verplichtingen voor kmo-handelaren en kmo-marktdeelnemers
Kmo-handelaren en kmo-marktdeelnemers die alleen gebruikmaken van grondstoffen die al op de (Unie)markt zijn gebracht, hoeven geen DDS systeem op te zetten. Wel dienen deze bedrijven bij te houden van welke leverancier het bedrijf de producten of grondstoffen koopt en aan wie het bedrijf verkoopt. Daarnaast dienen deze bedrijven de referentienummers van de zorgvuldigheidsverklaringen van leveranciers door te geven. De verkoop aan particulieren hoeft niet te worden bijgehouden.
- Documentatie- en bewaarplicht
Marktdeelnemers en grote handelaren moeten alle documenten die in het kader van de zorgvuldigheidsbeoordeling worden verzameld en opgesteld, ten minste vijf jaar bewaren. Dit is inclusief de risicobeoordelingen, de genomen maatregelen om risico’s te beperken en een register waarin wordt bijgehouden hoe het DDS werkt en is bijgewerkt. Een overzicht van de te bewaren stukken vindt u in dit overzicht op de website van de NVWA
Kmo-handelaren moeten de naam en adresgegevens van de marktdeelnemers of handelaren van wie zij de producten hebben afgenomen én aan wie zij hebben geleverd, verzamelen Ook dienen zij de referentienummers van de aan de producten verbonden zorgvuldigheidsverklaringen te verzamelen. Deze informatie moet eveneens minstens vijf jaar worden bewaard.
- Controles door de NVWA
De NVWA is in Nederland aangewezen de hiervoor in randnummer 6 genoemde documentatie te controleren op betrouwbaarheid en te controleren of het product te herleiden is naar de opgegeven oorsprong. Hiertoe heeft de NVWA de bevoegdheid gekregen inspecties uit te voeren op importerende, producerende en exporterende bedrijven. Tijdens een dergelijke inspectie zullen bedrijven alle stukken die hiervoor onder punt 6 en in het overzicht op de website van de NVWA genoemd staan, moeten kunnen overhandigen. Daarnaast heeft de Douane de bevoegdheid om aan de grens te controleren of de documentatie de juiste informatie bevat.
- Bedrijven lopen het risico op een boete die kan oplopen tot 4% van de omzet
Voor overtredingen van de EUDR kunnen ingrijpende sancties worden opgelegd. Zo kunnen boetes worden opgelegd tot 4% van de jaaromzet. Ook kan de NVWA de betrokken producten of inkomsten die de marktdeelnemer of handelaar daarmee heeft verworven, in beslagnemen. Bedrijven kunnen bovendien gedurende maximaal twaalf maanden worden uitgesloten van aanbestedingsprocedures en van toegang tot publieke financiering, zoals subsidies en concessies. In geval van een ernstige of herhaalde overtreding kan de NVWA zelfs een tijdelijk verbod opleggen op het in de handel brengen van de relevante producten.
Voor meer informatie over een bedrijfsbezoek van de NVWA bekijk de video briefing met praktische tips of zie invalnvwa.nl.
- En de Europese houtverordening dan?
De EUDR is een vervolg op de sinds 2013 van toepassing zijnde EU Timber Regulation (“EUTR”). Kort samengevat verbiedt de EUTR het op de markt brengen van illegaal gekapt hout. De EUDR gaat dus aanzienlijk verder dan de EUTR, aangezien de EUDR ook betrekking heeft op andere producten uit bossen dan hout. De EUTR blijft tot en met 2027 van toepassing op hout dat voor 29 juni 2023 is gekapt en met ingang van 30 december 2024 in handel is gebracht.
- De Richtsnoeren van de Commissie voor de EUDR
De Richtsnoeren van de Commissie bieden toelichting op verschillende aspecten van de EUDR, zoals: definities en toepassingsgebied, zorgvuldigheidseisen (due diligence), traceerbaarheid en gegevensverzameling, en sancties. De richtsnoeren verduidelijken kernbegrippen zoals “in handel brengen”, “op de markt brengen” en “uitvoer”. Ook wordt in de richtsnoeren nauwkeuriger benoemd welke producten en grondstoffen onder de richtlijn vallen. Bij twijfel over de uitleg van de EUDR kan het dus zinvol zijn om de Richtsnoeren erbij te pakken.
Voor meer informatie over NVWA-onderwerpen zie invalnvwa.nl
Volg Maverick Advocaten op LinkedIn