Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de transferregels van de FIFA in strijd zijn met het mededingingsrecht en het vrij verkeer van personen.
Aanleiding voor deze uitspraak van het Hof van Justitie is een geschil tussen de voetbalbond FIFA en Lassana Diarra. Diarra is een voormalige profvoetballer. In 2014 werd hij ontslagen bij zijn club Lokomotiv Moskou na een salarisconflict. Hij werd gedwongen tot betaling van een schadevergoeding op grond van de FIFA Regulations on the Status and Transfer of Players. Deze transferregels bepalen dat een speler waarvan de arbeidsovereenkomst door schuld van de speler is beëindigd én de nieuwe club die hem in dienst neemt hoofdelijk aansprakelijk zijn voor betaling van een schadevergoeding aan de voormalige club. Ook kan aan de nieuwe club een transferverbod worden opgelegd. Hierdoor kon Diarra’s overstap naar een nieuwe club niet plaatsvinden. Diarra is vervolgens tegen de FIFA een schadeprocedure gestart vanwege inkomstenderving. De Belgische rechter heeft hierover prejudiciële vragen gesteld.
Het Hof geeft onder verwijzing naar de Superleague-zaak aan dat de beoefening van (top)sport, als dit een economische activiteit betreft, onder het Unierecht valt. De bescherming van de stabiliteit van voetbalcompetities en de bescherming van profvoetballers kunnen als legitiem doel worden beschouwd bij het opstellen van transferregels. Daarbij kan zelfs de eenzijdige beëindiging van contracten voor een bepaalde periode worden verboden. Het Hof oordeelt echter dat de transferregels in hun huidige vorm tot doel hebben de concurrentie te beperken. De mogelijkheid om spelers aan te trekken, is een essentiële concurrentieparameter in het voetbal. De huidige transferregels schermen de markt af door spelers tussen de voetbalclubs te verdelen. Dit is vergelijkbaar met een niet-wervingsbeding. Ook kunnen de transferregels het vrije verkeer van werknemers onnodig belemmeren.
Interessant is dat het Hof geen aandacht besteedt aan het leerstuk van de inherente beperking (ook wel nevenrestrictie genoemd). Dit betreft een beperking die toch is toegestaan omdat deze ondergeschikt en noodzakelijk is voor het legitieme doel. Vorig jaar leek ook al uit het ISU-arrest en het Superleague-arrest te volgen dat deze uitzondering zoals vormgegeven in de Wouters en Meca Medina jurisprudentie voor de sportwereld achterhaald is. De vraag is of dit ook voor andere sectoren geldt. Daar lijkt het niet op. Zo gaat het Hof in het recente arrest over de pariteitsclausules van Booking.com wel in op dit leerstuk.
De FIFA heeft inmiddels beloofd een dialoog op gang te brengen over de aanpassing van de transferregels. De internationale vakbond voor profvoetballers, FIFPRO, liet al weten voornemens te zijn een massaclaim in te dienen voor de schade die spelers hierdoor hebben geleden. Er lopen nog andere procedures tegen de FIFA. Een aantal daarvan gaan over de FIFA Football Agent Regulations op grond waarvan eisen worden gesteld aan spelersmakelaars, waaronder hun opleiding en vergoedingen. Een Duitse rechter heeft hier inmiddels ook vragen aan het Hof over gesteld. Het spel is dus nog niet gespeeld.
Deze blog is ook verschenen in de rubriek Snelrecht van het vakblad Mr. Online. Het artikel is hier terug te lezen.
Voor alle informatie over een bedrijfsbezoek van de ACM en de Europese Commissie, zie invalacm.nl
Volg Maverick Advocaten op LinkedIn