Gaat de fusietoets ten koste van het effectieve toezicht van de NZa op de zorginkoop?

Sinds 1 januari 2014 is de NZa gehouden de zorgspecifieke fusietoets te handhaven. Zorgaanbieders dienen bij een fusie, overname of de oprichting van een joint venture (hierna: concentraties) eerst goedkeuring van de NZa te verkrijgen. Pas nadat goedkeuring van de NZa is verkregen, kan een melding bij ACM worden ingediend. Ook bij concentraties die de omzetdrempels voor een melding bij ACM niet halen, bestaat snel de verplichting de concentratie wel vooraf te melden bij de NZa. Wanneer een concentratie gemeld wordt bij de NZa, dan zijn de betrokken zorgaanbieders gehouden een ‘fusie-effectrapportage' op te stellen en cliënten, personeel en andere belanghebbenden zorgvuldig te betrekken bij de besluitvorming. 

De verplichting voor een zorgaanbieder om een concentratie in de zin van de Mededingingswet bij de NZa te melden bestaat als de zorgaanbieder met 50 personen of meer zorg verleent. Niet vereist is dat ten minste twee betrokken zorgaanbieders met minstens 50 personen zorg verlenen. Kortom, een bijzonder lage drempel. De NZa heeft in de maanden tot september tenminste 22 concentraties getoetst. De wetgever verwachtte dat de NZa per jaar 25 concentratiemeldingen zou toetsen. Een groot deel van de meldingen betreft kleine zorgaanbieders, waaronder de overname van één tandarts of één huisarts. ACM adviseerde in juni 2014 DNB om op kleinere banken een lichter toezichtsregime toe te passen dan op grote banken. Er is geen reden waarom een dergelijk advies niet voor de zorgsector wordt gegeven. Bij de huidige toetsing wordt geen onderscheid gemaakt tussen kleine en (middel)grote zorgaanbieders. Zij dienen dezelfde gedetailleerde vragenlijst te beantwoorden en de NZa daarbij van tal van stukken te voorzien. Het proces bij de NZa kost niet alleen de nodige tijd, maar brengt ook de nodige kosten met zich mee. Al tijdens de behandeling van het wetsvoorstel waarmee de fusietoets in het leven is geroepen, zijn vraagtekens geplaatst bij het nut en de noodzaak van de effectrapportage.

Zorgaanbieders die met ten minste 50 personen zorg verlenen, dienen een cliëntenraad (CR) en een ondernemingsraad (OR) te hebben. Zowel de CR als de OR beschikken al over mogelijkheden om zich tegen (fusie)plannen van een zorgaanbieder te verzetten en maken daar ook gebruik van. Dat laatste wijzen voorbeelden als Vierstroom en Stichting Ilmarinen uit. Ook de NZa ziet het zo. De NZa beantwoordt op haar website de vraag wat een CR en OR dienen te doen wanneer zij het oneens zijn met het besluit van de NZa om een fusie goed te keuren terwijl CR en OR menen dat de zorgaanbieder onvoldoende gemotiveerd van hun adviezen is afgeweken. De NZa geeft aan dat zij bezwaar kunnen maken bij de Commissie van Vertrouwenslieden of de Ondernemingskamer.Ook anderszins bestaan er mogelijkheden om op te komen tegen een goedkeuring van zorgfusie. Zo stelde NPCF een beroep in tegen de goedkeuring door ACM van een ziekenhuisfusie.

Tegelijkertijd geldt al tijden dat aan brandbrieven over de zorginkoop in de cure en care geen gebrek is. Van actief (regulerend) optreden door de NZa bij het contracteerproces door zorgverzekeraars is nu geen sprake. Dit betekent niet dat dit onmogelijk is. Integendeel, de NZa kan daarbij in individuele gevallen haar AMM-bevoegdheden inzetten en op grond van artikel 45 Wmg (voor delen van de zorg) regels opstellen die verzekeraars tijdelijk in acht dienen te nemen bij het contracteerproces. Zeker wanneer de regeringsplannen die de inkoopmacht van de zorgverzekeraars versterken worden doorgevoerd, wordt het voor de zorg van groot belang een transparant, non-discriminatoir en zo efficiënt mogelijk contracteerproces te kunnen garanderen.

Voor de NZa geldt dat het verplicht meer tijd moeten besteden aan de toetsing van zorgconcentraties (met alle bijbehorende werkzaamheden) betekent dat zij minder capaciteit heeft voor andere werkzaamheden, zoals het toezicht op de zorginkoop. Zelfs als de NZa extra capaciteit krijgt, is het de vraag of die capaciteit niet anders moet worden benut. Eerder is toegelicht dat de fusietoets, ontstaan uit een gebrekkige wet, overbodig is en dubbel werk creëert. Zou minister Schippers de NZa, de zorgaanbieders en de verplicht verzekerden ter wille willen zijn, doet zij er goed aan de fusietoets op kortst mogelijke termijn af te schaffen. Dit zodat de NZa kan doen waar behoefte aan is: toezicht houden op de zorginkoop door verzekeraars en zorgkantoren.

Deze blog is uitgewerkt in de bijdrage, Schaf de zorgspecifieke fusietoets af en focus het toezicht op de zorginkoop, in Tijdschrift ZIP.

Voor meer informatie, raadpleeg www.zorgcontractering.com

Volg Maverick Advocaten op Twitter en LinkedIn

Informatie

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact met ons op:

Diederik Schrijvershof

T +31 20 238 20 03
M +31 6 81 364 318

Martijn van de Hel

T +31 20 238 20 02
M +31 6 21 210 853