Een team van Maverick Advocaten heeft branchevereniging de Nederlandse ggz (voorheen GGZ Nederland) en 19 leden uit heel Nederland bijgestaan tijdens het hoger beroep dat zorgkantoren hadden ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter over Wlz-tarieven van 1 oktober 2020.
De Nederlandse ggz en haar leden zagen zich in de zomer van 2020 gedwongen op te komen tegen afslagen op de NZa tarieven die de zorgkantoren hanteerden ten behoeve van 2021. Dit omdat die voorzienbaar ontoereikend waren om kwalitatief goede zorg te leveren. Op 1 oktober 2020 stelde de voorzieningenrechter de ggz-aanbieders (en aanbieders van ouderen- en gehandicaptenzorg) in het gelijk. De voorzieningenrechter verbood de vijf zorgkantoren de inkoopprocedures voort te zetten, zolang de zorgkantoren niet met deugdelijk onderzoek kunnen aantonen dat met de gehanteerde tarieven in alle gevallen wordt voldaan aan de (motiverings)eisen die daaraan worden gesteld. Zolang daar geen sprake van is, moet minimaal het (basis)tarief(percentage) worden gehanteerd dat in 2020 is gehanteerd.
De zorgkantoren hebben tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. De zorgkantoren zijn het – kort gezegd – niet eens met de (omvang van de) motiveringsplicht die op de zorgkantoren rust wanneer zij Wlz-tarieven vaststellen. De Nederlandse ggz en haar leden hebben aangevoerd dat de zorgkantoren in 2021 moeten motiveren waarom de door hen gehanteerde afslagen op NZa tarieven in 2021 reële tarieven zouden zijn. Om kwalitatief goede zorg te kunnen bieden conform de stand van de wetenschap en de praktijk hebben de Nederlandse ggz en haar leden in incidenteel appel gevraagd om 100% van het NZa-tarief ten behoeve van aanbieders van langdurige ggz.
De zitting had op 17 februari 2021 bij het gerechtshof in Den Haag plaats. Voor een interview met de directeur van de Nederlandse ggz over deze zaak, klik hier. Voor een beknopt verslag van de zitting, klik hier. Uitspraak wordt op 30 maart 2021 verwacht.