De wereld is in toenemende mate online en dat geldt ook voor de distributie van producten. Ook de Europese Commissie heeft inmiddels het belang van internetdistributie (ook wel “etailing” genoemd) goed in de gaten. Zo stelde Eurocommissaris Almunia in zijn speech over retailmarkten: "[...] I will need to intervene if I had good evidence that a company in your industries is erecting barriers against e-commerce to protect its traditional, brick-and-mortar operations". Ook bij nationale mededingingsautoriteiten staat e-commerce volop in de belangstelling. Zo onderzoekt de Duitse mededingingsautoriteit of het e-commercebeleid van Adidas en Asics verenigbaar is met het mededingingsrecht. In diverse lidstaten zijn al boetes opgelegd voor een mededingingsbeperkend e-commercebeleid. Bang & Olufsen is bijvoorbeeld door de Franse mededingingsautoriteit beboet voor het uitsluiten van online verkoop van haar producten.
Online distributie uit te sluiten?
Internetverkopen zijn niet volledig uit te sluiten. Maar leveranciers kunnen wel een selectief distributiestelsel hanteren waarbij van internetdistributeurs wordt verlangd dat zij ook een fysieke winkel of showroom aanhouden. Leveranciers kunnen daarbij bovendien eisen dat de distributeur een bepaalde absolute minimum-hoeveelheid offline verkoopt. Kortom, een leverancier kan de verkoop door zuivere internetwinkels verhinderen. Daarnaast is het mogelijk om:
- internetverkoop tijdelijk te beperken als de distributeur aanzienlijk heeft moeten investeren om een nieuw product te introduceren. De Europese Commissie legt daarbij de grens op twee jaar;
- andere criteria aan de internetwinkel(s) te stellen dan aan de fysieke winkel(s). Het gaat o.a. om de vormgeving van de website, het onderhouden van een (telefonische) helpdesk en een installatie-aan- huis service. Zolang de criteria dezelfde doelstellingen en vergelijkbare resultaten nastreven als voor fysieke winkels en het verschil tussen de twee gerechtvaardigd is vanwege de verschillende distributievormen is het gebruik van deze criteria toegestaan.
Online prijserosie te voorkomen?
Het is mogelijk om het kostenvoordeel van een internetwinkel ten opzichte van een fysieke winkel (gedeeltelijk) te neutraliseren. Het is daarbij raadzaam om dit te doen door middel van een vaste vergoeding. Het is niet zonder meer toegestaan om de prijzen te laten variëren al naargelang een distributeur meer offline of online verkoopt.
Inrichten en aanpassen van e-commercebeleid
Het opzetten of aanpassen van een e-commercebeleid moet een eenzijdige beslissing van de leverancier zijn. Past de leverancier zijn beleid aan op aandringen van distributeurs met fysieke winkels (bijvoorbeeld om een bepaald prijsgedrag af te dwingen) dan kunnen beide partijen worden beboet voor een overtreding van het kartelverbod. Zo legde het Office of Fair Trading (“OFT”) onlangs in het Verenigd Koninkrijk boetes op aan een producent van scootmobiels, Roma Medical Aids Ltd., en een aantal (online) retailers. Volgens de OFT hadden de producent en de retailers onderling afgestemd om landelijk opererende online retailers uit te sluiten. Het besluit toont niet alleen aan hoeveel waarde het OFT hecht aan mededingingsbeperkingen bij online distributie, maar ook dat relatief kleine ondernemingen hierbij niet worden ontzien.
Tegelijk verandert ook de online wereld in rap tempo. Internetwinkels als eBay en Amazon zouden overwegen showrooms of fysieke winkels te openen. Die stap kan gevolgen hebben voor bestaande distributiesystemen omdat eBay en Amazon daarmee niet langer als zuivere internetdistributeurs kwalificeren. Leveranciers ontkomen er dan ook niet aan om bij het opzetten van een distributiestelsel en e-commercebeleid rekening te houden met het mededingingsrecht. Het Bundeskartellamt meldde onlangs dat Sennheiser ter beëindiging van een onderzoek naar haar Europees e-commercebeleid heeft besloten haar distributeurs niet langer te verbieden om Sennheiser producten door middel van Amazon te wederverkopen.