Schadeclaims naar aanleiding van door de Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) en Europese Commissie vastgestelde inbreuken op het mededingingsrecht (meestal in kartelzaken) zullen ook in 2014 toenemen.
Medio 2013 heeft de Europese Commissie een Voorstel vastgesteld voor een Richtlijn die regels bevat voor schadevorderingen wegens inbreuken op het mededingingsrecht. Doel van het Voorstel is dat het nog makkelijker wordt om een vergoeding te vorderen voor schade wegens inbreuken op het mededingingsrecht. Of het Voorstel in zijn huidige vorm in 2014 definitief zal worden vastgesteld is overigens nog onzeker. Zo zijn er inmiddels 229 amendementen ingediend en is het nog maar de vraag wat er zal overblijven van het Voorstel van de Commissie.
Als het Voorstel wordt aangenomen, dan zal dit in Nederland leiden tot enkele aanpassingen op het gebied van onder meer verjaringstermijnen, de bewijspositie van partijen ten aanzien van het bestaan van schade en de toegang tot documenten en de hoofdelijke aansprakelijkheid. Het Voorstel voorziet erin dat de verjaringstermijnen pas gaan lopen nadat een boetebesluit onherroepelijk is geworden. Gedupeerden van een kartel zullen in de toekomst dus meer tijd krijgen om een claim aanhangig te maken. Het Voorstel introduceert daarnaast een vermoeden dat een kartelinbreuk schade heeft veroorzaakt. Ook hiermee wordt de positie van een eiser in een kartelschadeprocedure verstevigd.
Een belangrijke doelstelling van het Voorstel is daarnaast het beschermen van het clementieprogramma van de Europese Commissie. Op grond van dergelijke programma’s kan een deelnemer aan een kartel een aanzienlijke vermindering of zelfs kwijtschelding van een boete krijgen indien hij bij een mededingingsautoriteit belangrijk bewijsmateriaal aandraagt voor het bestaan van een kartelinbreuk. In de arresten Pfleiderer en Donau Chemie verstevigde het Hof van Justitie de positie van eisers in een kartelschadeclaim die inzage (of zelfs kopieën) willen van bewijsmateriaal van de inbreuk. De Commissie vreest dat dit partijen in de toekomst kan ontmoedigen om – uit angst voor schadeclaims – mee te doen aan een clementieprogramma. Daarom wil de Commissie beperkingen aanbrengen in het openbaar maken van bewijsmateriaal dat zich in het dossier van een mededingingsautoriteit bevindt. Als het Voorstel wordt aangenomen, dan zullen de arresten van het Hof (grotendeels) worden teruggedraaid.
2014 brengt hopelijk ook meer duidelijkheid op het punt van het passing-on verweer (doorberekeningsverweer). De Commissie bevestigt de rechtmatigheid van dit verweer, waarbij zij aantekent dat de bewijslast hiervoor op de verweerder rust. Begin 2013 was dit verweer nog verworpen in een uitspraak van de Rechtbank Oost-Nederland. Overigens werd de Rechtbank op dit punt door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op de vingers getikt. Volgens het Hof had de Rechtbank terughoudender “kunnen en in het licht van het partijdebat en het beginsel van hoor en wederhoor ook moeten zijn”. Als het Voorstel definitief wordt, dan is waarschijnlijk dat de uitspraak van de Rechtbank Oost-Nederland hoe dan ook zal worden teruggedraaid.