Kartelschadeclaims: Nederland aantrekkelijk voor follow-on zaken

Al enige tijd is Nederland binnen Europa één van de meest populaire jurisdicties voor het aanhangig maken van (follow-on) kartelschadeclaims (schadeclaims naar aanleiding van eerdere kartelbeschikkingen van de Europese Commissie of ACM). De populariteit van Nederland is in belangrijke mate te verklaren door de relatief efficiënte maar tegelijkertijd zorgvuldige wijze waarop Nederlandse rechters dit soort zaken behandelen. Daardoor blijven de kosten voor juridische bijstand (de kosten voor advocaten) en het inhuren van andere deskundigen (waaronder economen) onder controle, terwijl tegelijkertijd de kwaliteit van de Nederlandse rechtspraak doorgaans als relatief hoog wordt gepercipieerd.

Een aantal recente uitspraken bevestigt inderdaad dat Nederlandse civiele rechters enerzijds een pragmatische koers varen die partijen in staat stelt relatief voortvarend te procederen (Equilib/KLM) maar anderzijds voldoende oog hebben voor processuele waarborgen zoals hoor- en wederhoor (TenneT/ABB e.a.).

De zaak Equilib/KLM is met name interessant aangezien het Gerechtshof Amsterdam in zijn arrest van 24 september 2013 een eind maakt aan de aanhouding van de follow-on procedure. Deze aanhouding was het gevolg van een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 7 maart 2012. De Rechtbank baseerde zich daartoe op het Masterfoods-arrest van het Hof van Justitie. Op grond van dat arrest mogen nationale rechters geen uitspraken nemen die op gespannen voet staan met Europese beschikkingen en arresten. Het Gerechtshof Amsterdam overweegt echter dat het Masterfoods-arrest niet noodzakelijkerwijs meebrengt dat de kartelschadeprocedure tegen KLM e.a. al moest worden aangehouden. Dat wordt pas anders indien er echt een concreet risico op tegenovergestelde uitspraken zou bestaan. Dat risico was volgens het Hof nog onvoldoende aannemelijk gemaakt. Het Gerechtshof concludeerde dan ook dat de Rechtbank te lichtvaardig had besloten tot aanhouding van de procedure.

In de zaak TenneT/ABB e.a. overwoog het Gerechtshof op 10 september 2013 dat de Rechtbank Arnhem terughoudender had moeten zijn bij de verwerping van het passing-on verweer aangezien ABB e.a. als beklaagde nog niet had kunnen reageren op een economisch rapport waarop de afwijzing van het passing-on verweer in belangrijke mate is gebaseerd. Volgens het Gerechtshof heeft er dan ook nog niet een ‘behoorlijk uitgekristalliseerd debat over het passing-on verweer’ plaats gehad. Dit debat moet volgens het Gerechtshof alsnog plaatsvinden in de appèlprocedure vooraleer ABB wordt gedwongen aanzienlijke kosten te maken voor deskundigenrapporten.

Ook bij het vaststellen van hun eigen bevoegdheid in multinationale kartelschadezaken hebben civiele rechters voldoende oog voor de specifieke karakteristieken van de individuele zaak. Zo acht de Rechtbank Den Haag zich bevoegd kennis te nemen van de claims tegen alle gedaagden in het paraffinewaskartel (CDC/Shell e.a.) aangezien er tussen de verschillende claims een voldoende nauwe band bestond. De Rechtbank baseerde zich daartoe op artikel 6 EEX-Verordening. Dat artikel beoogt te voorkomen dat bij afzonderlijke berechting van de zaken door nationale rechters onverenigbare beslissingen worden gegeven. Volgens de Rechtbank is aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 6 EEX-Verordening in de procedure naar aanleiding van het paraffinewaskartel voldaan aangezien de vorderingen tegen alle gedaagden in de hoofdzaak de vraag betreffen naar de civielrechtelijke consequenties van de in de beschikking door de Commissie vastgestelde kartelinbreuk. Volgens de Rechtbank is er dan ook sprake van een voldoende nauwe band tussen de tegen alle gedaagden in de hoofdzaak ingestelde vorderingen.

In het liftenkartel (Stichting Elevator Claim/Kone) lijkt de Rechtbank Rotterdam artikel 6 EEX-Verordening daarentegen veel strikter toe te passen. Volgens de Rechtbank was er geen sprake van een voldoende nauwe band tussen de tegen alle gedaagden in de hoofdzaak ingestelde vorderingen. Doorslaggevend daarvoor was dat, anders dan in het paraffinewaskartel, sprake was van nationale kartels.

Dit blog is nader uitgewerkt in een flyer van Maverick Advocaten waarin recente rechtspraak op het gebied van kartelschadeclaims wordt behandeld. Voor meer informatie klik hier.

Volg Maverick Advocaten op Twitter en LinkedIn

Informatie

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact met ons op:

Martijn van de Hel

T +31 20 238 20 02
M +31 6 21 210 853

Diederik Schrijvershof

T +31 20 238 20 03
M +31 6 81 364 318